15-02-2009

10 My cup of tea

Overal word je uitgenodigd voor een kopje thee, of zoals ze het hier heel grappig noemen, Whisky Berbere. Het begint ook altijd heel vriendelijk en amicale. Inmiddels slaan wij de eer systematisch af omdat we er zo'n moeite mee hebben de Berbers te moeten teleurstellen door niet op hun verkooptruc in te gaan. Na de thee moet er gehandeld worden, altijd. Je moet een 4x4 tocht boeken, een kamelentocht, een woestijnpizza bestellen, een quad huren, nog meer souverniers kopen en ga zo maar door. Dat is normaal en het is ook helemaal niet erg. Men zegt er ook heel duidelijk bij dat het helemaal niet hoeft, geen verplichting is, je helemaal vrij bent en als je niks koop, evengoede vrienden bent. Dat zeggen ze wel twintig keer. Zolang je twijfelt of niet echt duidelijk bent blijven ze argumenten opnoemen waarom je het toch echt moet doen, en wel nu, niet straks of erger nog, straks bij de buren. Een duidelijke 'nee' maakt een einde aan het gehannes, althans, totdat je ze de volgende dag weer tegenkomt. Nog een keer nee verwachten ze natuurlijk al en daarom komen er nog een paar nieuwe argumenten bij.
Vandaag had Hanke een paar van deze Berbers tuk. Ik was een wandelingetje gaan maken met de pinhole camera en ondertussen waren er twee Berbers naar Hanke toegekomen. Ze hadden blijkbaar zin in een praatje. Er zijn op dit moment weinig toeristen dus hangen ze een beetje rond bij de kamelen en de paar toeristen die er dan wel zijn. Ze hadden ons kooktoestelletje gezien. Een handig gaskokertje met wegwerpgasflessen en een piezo-ontsteking. Het past in een koffertje en weegt bijna niks. Hanke was thee aan het maken, maar om het water eerst in een keteltje te koken om het daarna in een theepotje te gieten vonden ze raar. Men kookt hier het water, de thee en de suiker tegelijk in de theepot en als het gekookt heeft gaat de munt erbij. Nog even trekken en klaar. Hanke nodigde hen uit voor een kopje thee bij ons. De omgekeerde wereld. Dat vonden zij heel leuk natuurlijk, maar daar stelde Hanke meteen een voorwaarde. Er moest dan wel gehandeld worden. Nee, dat wilden zij niet, ze hadden niks te handelen. Hanke legde de bedoeling van de grap uit en het kwartje viel. Kort daarna was ik terug en viel middenin een vrolijk theekransje. De kamelendrijvers hadden het reuze naar hun zin en hadden besloten dat ze onze camion wilden kopen. De auto met de unit erbij, voor de gein. Dat het voor de gein was wist ik niet. De oudste vertelde me dat hij van plan was de 4x4 tochtjes en de kamelentochten te combineren. Alles in een met onze camper. Ideaal voor het vervoer. Je kunt er ook nog tajine in klaarmaken. de gasten slapen in de Berbertenten in de woestijn, de drijvers lekker in de camper. Wceetje bijdehand. Ik tuinde er mooi in en begon bij mezelf af te wegen of ik die auto hier wilden verkopen. Nou, dat is geen optie geloof ik. Veel te veel papieren voor veel te weinig geld dacht ik. Gelukkig kwam ik er snel genoeg achter dat het een grap was. Niet alleen omdat het bod een stuk of vijf kamelen was.
In ieder geval was de thee met de hulp van deze twee ondernemers erg lekker geworden. De thee was van ons maar de pot, de munt en de suiker kwamen van onze gasten. Zo'n ervaring is ontzettend leuk als het gezellig blijft en dat bleef het ook. De auto is niet verkocht, het briefje 'te koop' in het Arabisch dat ik thuis voor de grap had geprint kan weer opgeborgen worden.
We hebben besloten om nog een dag hier te blijven. We moeten nog een geocache vinden. Die ligt hier 2,5 kilometer vandaan en ik vrees boven op de Erg Shebbi, een flinke zandduin. Een slopende toch zal het worden als we niet vroeg vertrekken. Vandaag hebben we al een poging gedaan, maar door de warmte besloten we het later in de middag het opnieuw te proberen. Klimmen door het losse woestijnzand. De kamelenheren hebben ons opgehouden zullen we maar zeggen, dus vandaag kon het niet meer.
De zonsondergang hebben we nu twee keer meegemaakt. Een mooi gezicht.
De zon komt hier om zeven uur 's ochtends op en dat hebben we (natuurlijk) nog niet gezien. Wie weet morgen.

09 Het eerste zand

Na een paar dagen rijden met slecht weer waren we blij eindelijk het zand van de woestijn van dichtbij te zien. Erg rood voor zand. Voorzichtig buiten de camper een rondje door de bakjes met zand gelopen en op ons hoede voor een hond die hier ook ergens liep. Rabies komt hier nog voor, dus we kijken uit. 
Onze honden laten we hier niet los. 
Onderweg hebben we kruiden gekocht die ruiken naar stopverf en smaken naar zeep. We eten een broodje Sunlight met spek en gaan weer verder.

08 Een warme deken

Wij hadden gedacht dat het in Afrika warm zou zijn. Daarom hebben we het dekbed thuis gelaten en een fleesedeken meegenomen en nog eentje extra voor eventuele koude nachten in Spanje of de Atlas. Dat was niet zo'n slimme zet, Afrika is maar een half uur varen vanaf Spanje. Het is hartstikke koud en tot nu toe ook nog eens erg nat. We hebben een lekker kacheltje in de camper en die doet het prima, maar als we gaan slapen gaat de kachel uit en is het bed meteen al niet lekker warm en dat wordt het ook niet. Toen ik stond te tanken in het dorp zag Hanke bij de buren van de pomp een heleboel leuke dekens liggen. De pompbediende zag kans een paar liter diesel te verkopen op een manier die ik nog nooit had gezien. Zoals Engelsen bier tappen zeg maar. Een beetje erin, schuim laten zakken, wachten,  weer een beetje er in. Prima, ik heb geen haast en tijdens het dieseltappen ben ik ook maar even gaan kijken naar de dekens, eigenlijk om Hanke aan te moedigen de grootste en warmste te kopen. Over de prijs viel niet te praten en voor honderd Dirham, tien euro, hadden we er een.
Terug bij de auto was de dieseltender nog bezig de auto te shaken om de laatste luchtbelletjes uit de tank te krijgen en er nog een druppeltje bij te krijgen. Het was ongelooflijk, vijfhonderd dirham rond! Niet zo slim van de man als je een fooitje verwacht (wat ie natuurlijk toch wel kreeg van ons).
's Nachts heb ik door de warmte gedroomd van diesel, veel diesel en uitlaatgas. Ik werd er wakker van maar bleef die diesellucht ruiken. Geen wonder, die deken heeft jaren naast die pomp gelegen en al dat geknoei met diesel is er helemaal in getrokken. Hanke hangt het ding nu direct buiten zodra we hem niet gebruiken. Waarschijnlijk haalt hij het niet tot thuis want daar wacht het dekbed ons op. Dat ruikt naar eend en gans. Benieuwd waar ik dan van droom. Cuisse de Canard?

07 Goede morgen in de Kasba en tips om mee te nemen.

Bonbon Dirham,
Dat betekent geen goede morgen in het Marokkaans. Je zou het wel denken omdat alle kinderen dat zeggen als je ze tegenkomt. Als je zelf eerst Bonjour zegt dan zeggen ze Bonjour terug. Ze kijken heel vriendelijk en lachen aandoenlijk naar je. En dan zeggen ze het! Bonbon...... Dirham. Je kunt dan gewoon doorlopen zonder iets te geven maar dat is niet makkelijk. De lieve kindertjes hebben niks en wij hebben alles. Dan gaan we gewoon niet uit eten en geven snoep en geld aan deze arme zieltjes. Dan ben je vijf minuten blij dat je dat hebt gedaan en kom je de volgende al weer tegen. Ook volwassenen schromen niet om je uit te nodigen voor een kopje thee. Dat kost geld. Geeft niet, zij leven blijkbaar van 'het toerisme'. Maar ook als we bij ons campertje zitten komt er om het kwartier wel een of ander iemand proberen of je voorgaande giften al vergeten bent. Die maakt dan een kameel van gras of vraagt of je niet een wandeling wil maken naar de oude ruïne.
Als je wat koopt in een winkeltje, dan is de buurman altijd erg teleurgesteld dat je niet bij hem wat koopt. Natuurlijk heeft de buurman dan altijd nog wel iets dat we vergeten zijn of toevallig heel goed kunnen gebruiken. Het is ook heel leuk en nuttig om dit soort kontakten te hebben. Zo komen we op plekken waar we anders niet zo gauw naar toe zouden gaan.
Inmiddels is de handelsgeest van de mensen in deze buurt ons wel duidelijk geworden. Het is noodzaak. Dat betekent wel dat we erg moeten wennen aan de manier van omgaan met elkaar zoals dat hier gaat. We hadden allerlei dingen uit Europa mee moeten nemen om hier te ruilen of weg te geven. Ze willen mobieltjes, balpennen, t-shirts, schoenen, aspirines en nog veel meer. Wij hadden hier totaal geen rekening mee gehouden en voelen ons een beetje schuldig. Lastig is het. Vandaag heb ik een jongetje blij gemaakt door zijn voetbal op te pompen met mijn elektrische compressor met twee cylinders. Hij was door het dolle dat zijn bal opeens  kon stuiteren. Na een kwartiertje hing de bal in een boom..
Het fotograferen van kinderen is bijna nog duurder dan het maken van Polaroids. Elk kind dat op de foto komt wil Dirhams zien. Misschien is één Dirham eigenlijk wel genoeg, dat is ongeveer tien eurocent. Morgen maar eens ergens een zak snoep kopen, dan kan ik weer foto's maken. Goede morgen zeg!

06 Atlas en de Sneeuwkoning

Een traditioneel uniform ziet er natuurlijk prachtig uit. Knalrood met witte slofjes of groen met koperen knopen of zwart met gele streepjes en een leuk dingetje op je hoofd. Heel leuk en  voor sommigen zelfs indrukwekkend. Maar om nou in zo'n pakje te staan vernikkelen bovenop  het Atlas gebergte in de striemende kou.. op tweeduizend meter.. in zo'n piepklein hokje voor een ijzeren hek terwijl het keihard sneewt en die sneeuw ook keihard horizontaal dat hokje insuist.. hmm. En dat om bij de bewaking van de koning te horen. Een paleis van een koning die een niet al te goede naam heeft en waarvan niemand weet of ie wel of niet in zijn winterverblijf is, komt of zal komen. In ieder geval zien wij door het gordijn van sneeuw en ellende die mannekes op een neer stuiteren om een beetje warm te blijven. Ze springen best hoog. Je ziet het muziekanten op tv ook wel doen. Vooral hippe bands. Oude bands hadden trouwens wel eens van die grappige uniformen aan. Waren dat de Beatles niet met St. Pepper.. in ieder geval krijgen deze waakzame poppen die er werkelijk met honderden staan te springen niet de roem die ze verdienen.
Later horen wij dat de sneeuw en storm op de Atlas het Franse journaal heeft gehaald. Over die mannen hoor je weer niks natuurlijk.

05 Ali Suzuki

Het is een kansloze camping waar we zitten, heel prettig. Niemand bekommert zich om de gasten of de camping zelf. Volkomen uitgewoond en slooprijp. Dat levert leuke plaatjes op. Een vervelend katje dat zich opdringt, zelfs zo erg dat ie direct op Hanke's stoeltje gaat zitten zodra zij opstaat. En dat nog wel pal naast mij. Een goede reden om een tik uit te delen.
Alle mensen zijn hier weer vriendelijk. In eerste instantie ook de Duitse vrouw uit de VW camper. Zij loopt rond met een bakje voer voor honden of katten. Ik vraag of ze haar kat kwijt is, want die zal wel bij ons ons zitten. Nee, een huups hondje, die moet eten krijgen begrijp ik en haar man is twee jaar geleden hier ergens in Marokko vermoord door een jongetje van tien dus pas maar op. Eigenlijk moesten ze haar ook nog hebben en ze is op weg naar de gedenksteen of zoiets. Hohoho, ik ben hier op vakantie en zielige verhalen, daar hebben we geen zin in. Nee, ik heb geen hond gezien, tsjuus.
De weg naar verder naar het zuiden richting Fes is erg slecht, veel kuilen en aardverschuivingen door de regen van de laatste tijd. Overal lopen en zitten mensen niks te doen. Elke koe heeft hier een persoonlijke begeleider, elke geit en elk schaap ook. Kinderen niet, die lopen als kluitjes door de modder langs de weg. De een zwaait en de ander steekt zijn middelvinger naar ons op. Ze weten niet beter denk ik.
Na een hele poos vinden we een rustig stukje waar we de auto even stil zetten en waar de honden eventjes los kunnen om te spelen. Een minuut later staat er al een puntmuts naast ons een pijpje te roken en onze cake in zijn zak te proppen. We komen niet van hen af en geven daarom maar een kopje koffie, een paar euro en een fles water weg.  Als we de volgende keer weer langskomen mogen we thee komen drinken. Hij is altijd thuis, maar waar dat huis is weten we niet. Hij wilde graag op de foto en dat is dan wel weer schattig.
Het landschap wordt steeds mooier en steeds vaken wil ik stoppen voor foto's. Alsof het nu moet gebeuren.. terwijl we nag een maand te gaan hebben. Ik moet eens rustig gaan doen, maar hoe kan dat nou met zoveel indrukken tegelijk. Hanke noemt het een cultuurshock en dat zal het ook wel zijn.
Na urenlang gereden te hebben blijkt dat ons gemiddelde achtendertig kilometer per uur is geweest. Eigenlijk ben ik niet eens verbaasd.
We stoppen bij een benzinestation om eens te kijken of we ergens een camping kunnen vinden. De kaart is nog niet uitgevouwen en er staat al een vriendelijke jongen met een brommertje naast ons en vraagt of we misschien een camping zoeken. Na een achtervolging van een kwartiertje zijn we bij de camping en betalen hem zo'n tien euro. Hij probeert uiteraard nog meer te verkopen maar blijft heel beleefd en vriendelijk en zelfs rustig en geduldig. We besluiten verder geen gebruik te maken van zijn diensten. We hebben zijn telefoonnummer voor het geval dat..  We moeten wel een weekje wachten totdat hij een neiuwe telefoon heeft want gisteren is zijn gsmpje dwars door zijn broek zo nat geregend dat ie stuk is. Eerst wat verdiene, dan een neiuwe kopen en dan kunnen we weer bellen, duidelijk verhaal.
De campingeigenaar is een boef en zegt dat de vriendelijke Ali met Suzuki een boef en een smokkelaar is die illegaal werkt. Deze campingboef doet helemaal niks en laat mij een briefje invullen om ons in te schrijven. Ik doe het expres verkeerd om te kijken of hij uberhaupt wel wakker is. Nou, een beetje wakker is hij wel want hij zegt dat ik het nummer uit mijn paspoort er nog bij moet zetten. Het nummer dat de politie er in heeft geschreven. Ik vertel hem dat ik het niet kan lezen waarop het het zelf twee keer verkeerd voorleest. Prachtig.
Het is hier ook koud en nat. Mocht het morgen droog zijn gaan we Fes een beetje bekijken zonder gids. Als het regent gaan we verder en komen op de terugweg nog eens langs. Misschien heeft Ali dan een nieuwe telefoon en kan hij ons naar die ander camping loodsen.

04 koude vingers en rode oren

De modderstroom kolkte er nog heftig op los toen we al weer bij de bakker een klef zoetig broodje hadden uitgezocht. Lekker plakkerig aan het stuur op  weg naar Algeciras waar bij LeClerc en Juan moet zitten die de goedkoopste tickets heeft voor de overtocht. De L200 nikte verschrikkelijk en de regenbuien zijn niet van de lucht. Prachtige regenbuien boven de olijvenvelden met theatrale verlichting, spectaculair om te zien. Het is niet te bevatten hoeveel olijfbomen hier in het zuiden rond Granada groeien. Overal waar je kijkt zie je nette rijen van mooi gesnoeide grijsgroene boompjes.
De weg naar Algeciras is vreselijk om te rijden. Het is smal en druk en hectisch. Je moet voortdurend op je hoede zijn voor invoegend verkeer. Die invoegstrookjes zijn maar een meter of vijf lang en voor een campertje kan men altijd nog wel eventjes snel de weg op bokken. Maakt niet uit en alles ging natuurlijk goed.
Afslag 112 leidt tot voor LeClerc en na een rondje rijden en een tip van een Franse camperaar komen we bij het kantoortje van Juan. Hij heet Carlos maar is niet thuis. Er zitten twee stugge Spaanse meiden die met zo min mogelijke inspanning 240 eioeroos vragen. Jajaja, flesje cider en een choceladecakeje krijgen we er bij. Je lacht je rot. We hebben nog geld gewisseld voor Marokaanse Dirhams. Alleen per honderdenvijf euro kon dat. Dan krijg je duizend Dirhams.
Schijnbaar hoor je vervolgens naar de Lidl te rijden voor de laatste booschappen. Hanke is alvast vooruit gelopen en ik kwam later met de auto. Blijkt er in de tussentijd een van die Spaanse meiden de Lidl binnengestormd te zijn, zoekend naar iemand die zojuist een ticket had gekocht voor 240 eioero en die moet nog bijbetalen. Geen idee of ze mij zocht, maar ik was er even niet. Het stikt er van de zaken daar, maar blijkbaar gaat iedereen vanuit Juan Carlos naar de Lidl.
Met eten en drank besluiten we eens te gaan kijken waar de boot vertrekt die we de volgende dag om elf uur willen halen. Dan kunnen we daarna rustig ergens een plekje zoeken om eventjes wat makkelijks te eten en te gaan slapen. De haven vinden we snel. Om vijf voor vijf komen we er aan en voordat we het weten worden we door de een na de ander verder en verder geloodsd en staan we op de boot! Noe, doe mij maaruhh een koffie en een thee. We gaan bij het raam zitten en na nog geen uur rijden we aan de overkant de boot weer af. We komen terecht tussen kluwen van uitgeleefde auto's die nog erg veel lawaai en stank kunnen verspreiden. We hebben geen idee welke kant we op zillen, want de route hadden we die avond, nog in Europa willen bepalen. Met het verkaar mee dan maar. Een beetje slingerend tussen de stilstaande auto's en voetgangers en fluitende politiemannen zien we dat we de grens naderen. Hanke heeft inmiddels zoveel stress dat het bloed niet meer lijkt te stromen. Haar vingers lijken bevroren terwijl het er echt niet koud is. Ik ben ook een beetje overdonderd maar heb het in ieder geval niet koud en dat zal wel te zien geweest zijn aan mijn oren want die voelen gloeiend heet.
We worden direct naar de kant gedirigeerd door een typetje zonder tanden in zijn mond maar daar zijnwe maar voorbij gereden. Zo'n karikatuur, dat kan niet goed wezen. Nadat we een man met uniform gepasserd zijn en heel dicht in de buurt van de kantoortjes en druk doende mensen zijn aangekomen gaan we het serieuzer nemen. Een gejurkte man met badge heet ons vriendelijk welkom. Een tzeede man zegt dat de eerste bertrouwbaar is. De tweede leek dat niet maar wat moet je. Je kunt niet iedereen negeren en toch de grens over willen. We besluiten om met deze aardige beleefde man verder te gaan. Met alle papieren in de hand moet i hem volgen en na vijf loketjes bezocht te hebben had ik voldoende stempels en handtekeningen en papieren en nummers dat ik verder mocht. Ik heb mijn goed gemutste vriend honderd dinges en vijf euro betaald. En nu begint het dus.. de grens over. Dat wil iedereen die alle papiertjes heeft en daarvoor is niks georganiseerd. Iedereen rijdt als in een grote trechter op nog meer mannetjes met uniformen en jurken af. Het recht van de sterkte. Ik stond vrij strategisch opgesteld en neem me voor niet het kaas van mijn brood te laten eten. Overal wordt nu getoeterd en gefloten. Men probeert me links en rechts voorbij te komen maar ik geef geen milimeter toe. Wel moet ik heel erg goed mijn speigels in de gaten houden want milimeterwerk is hier geen uitdrukking maar werkelijkheid. Eindelijk lig ik helemaal met het gezicht op de haven als ik een duwtje voel. In mijn rechter buitenspiegel zie ik iemand moeilijk een stukje acheteruit manouvreren, een witte Kangoo geloof ik. Nou ja, misschien niks aan de hand. Na nog wat steggelen en papieren uitwisselen rijden we dan echt Marokko binnen, een dag eerder dan gedacht. Met een vaartje proberen we de drukte achter ons te laten, maar we worden hinderlijk achtervolgd door een autootje met drie jonge gastjes erin. Ze toeteren naar ons en proberen ons in te halen. Dat lukt ze ook. Ik rijd ze weer voorbij en zij mij weer. Ondertussen gebaren ze druk dat we moeten stoppen en daar voel ik niks voor. Weer komt de witte Kangoo voor ons en pal voor een rotonde stoppen ze midden op de weg. We konden er niet langs. De chauffeur komt uit de auto en de twee pasagiers ook. Ik moet geld betalen omdat ik hen heb aangereden. Er zit inderdaad een diepe kras in het linker voorscherm net boven de koplamp. Een hoopje schilfers van dezelfde kleur ligt op het voetje van onze camper. Betalen. Heel vervelend natuurlijk. Maar ik geef niet toe en vertel via de tolkende vriend van de chauffeur dat ik het heel erg vervelend vind voor hem dat hij achter tegen mijn auto is aangereden en dat het jammet is dat hij daar kosten aan krijgt. Na tien minuutjes begrepen zij dat ik niet van plan was zijn ongeduld en onhandigheid te belonen door hem schadeloos te stellen. Zonder iets te zeggen stapten zij weer in de Kangoo en gingen er vandoor.
Wij hadden weer genoeg stof om over te praten en daardoor vergaten we natuurlijk de plaatsnaam die onze vriend had gegeven om naar een camping te zoeken, maar zelfs die konden we zonder veel moeite oprijden. Als de rest van de vakantie ook zo makkelijk verloopt!

02 Vaatdoek

Van een piepje kan ik totaal gek worden. De stoel waar ik op zit kan er wat van. De auto met de unit erop heeft de neiging te gaan nikken. Ik weet niet hoe ik dat duidelijker kan zeggen in een woord. Het gaat zo: je rijd kilometers lang lekker rustig over een rechte weg, een snelweg bijvoorbeeld. Niks bijzonders over te vertellen. En dan opeens begint ie te bewegen van voor naar achter. Zoiets als schommelen maar dat klinkt lekker en dat is het niet. Bokken is het eigenlijk ook niet. Stuiteren lijkt er meer op maar dat is het ook  niet want hij blijft gewoon met alle, maar dan ook alle wielen op de grond. Nou ja, schudden, misschien dat dat beter is. Schudden en een enkele richting. Alleen van voren naar achteren en terug. Nooit opzij.
Dus die auto begint te nikken en tegelijkertijd schudt de stoel waarop ik zit mee natuurlijk. Slapen zou niet kunnen. Door dat schommelen van de stoel begint eronder iets schel te piepen. Dat houdt pas op als het nikken ophoudt. Dat weet je niet van tevoren. Hanke kan daar tegen, ik niet. Hanke kan er niet tegen dat ik er niet tegen kan en probeert het op te lossen. Ik zeg dat ik het morgen gan invetten. Dat maakt niet uit.  Ik doe dat waarschijnlijk niet omdat het blijft regenen en dan heb ik er geen zin in. Naast mijn stoel ligt een vaatdoekje dat hard geworden is en nu als bonk gebruikt gaat worden om klem te zitten tussen stoel en handrem. Het nikken gaat door, het piepen stopt en het lachen begint. Opgelost. Na drie minuten begint het piepen weer. Ik zet mijn stoel een gaatje vooruit en het piepen stopt, het nikken ook. Weer lachen. Na een uur, als het nikken weer begint komt het piepen ook weer terug. Ik hoop dat het morgen droog is.
 
We zijn naar een stuwmeer gereden om een plek voor de nacht te zoeken. Hij is er niet, het stuwmeer. We staan nu zomaar in een weilandje. Hopelijk is het meer er morgen ook niet.

01 Naar Marokko

Nog steeds gaan we er vanuit dat we naar Marokko gaan. Vandaag zijn hebben we ons gehaast om voor de middag te vertrekken. Na de goede voorbereidingen weten we nog niet hoe de route zal zijn. Maakt niet uit, we komen er wel en als het je niet uitmaakt waar je bent, ben je nooit verdwaald.
Vanwege het prachtige weer bij ons vertrek hielden we het niet voor mogelijk dat we diezelfde avond in de keiharde regen naast een supermarkt zouden overnachten. Girona heeft een park waar een cache te vinden is. Tot op 700 meter ervandaan zijn we gekomen, van die cache. Vanaf een drukke eenrichtingsweg moesten we zowat steil omhoog via een linkse haarspeld. Het gezicht naar boven voorspelde smalle steegjes. Met die harde regen en omdat het inmiddels al donker was en we geen zin hadden in draaien en steken zijn we beneden gebleven. Een waterdichte gps hebben we niet en ik wilde ook niet door regen zigzaggend naar boven lopen. Die cache heeft wel aantrekkingkracht, dat wel, maar door de weersomstandigheden wordt zoiets minder. Net zoals de beeldkwaliteit van een sateliettvontvanger maar die hebben we niet.