15-02-2009

04 koude vingers en rode oren

De modderstroom kolkte er nog heftig op los toen we al weer bij de bakker een klef zoetig broodje hadden uitgezocht. Lekker plakkerig aan het stuur op  weg naar Algeciras waar bij LeClerc en Juan moet zitten die de goedkoopste tickets heeft voor de overtocht. De L200 nikte verschrikkelijk en de regenbuien zijn niet van de lucht. Prachtige regenbuien boven de olijvenvelden met theatrale verlichting, spectaculair om te zien. Het is niet te bevatten hoeveel olijfbomen hier in het zuiden rond Granada groeien. Overal waar je kijkt zie je nette rijen van mooi gesnoeide grijsgroene boompjes.
De weg naar Algeciras is vreselijk om te rijden. Het is smal en druk en hectisch. Je moet voortdurend op je hoede zijn voor invoegend verkeer. Die invoegstrookjes zijn maar een meter of vijf lang en voor een campertje kan men altijd nog wel eventjes snel de weg op bokken. Maakt niet uit en alles ging natuurlijk goed.
Afslag 112 leidt tot voor LeClerc en na een rondje rijden en een tip van een Franse camperaar komen we bij het kantoortje van Juan. Hij heet Carlos maar is niet thuis. Er zitten twee stugge Spaanse meiden die met zo min mogelijke inspanning 240 eioeroos vragen. Jajaja, flesje cider en een choceladecakeje krijgen we er bij. Je lacht je rot. We hebben nog geld gewisseld voor Marokaanse Dirhams. Alleen per honderdenvijf euro kon dat. Dan krijg je duizend Dirhams.
Schijnbaar hoor je vervolgens naar de Lidl te rijden voor de laatste booschappen. Hanke is alvast vooruit gelopen en ik kwam later met de auto. Blijkt er in de tussentijd een van die Spaanse meiden de Lidl binnengestormd te zijn, zoekend naar iemand die zojuist een ticket had gekocht voor 240 eioero en die moet nog bijbetalen. Geen idee of ze mij zocht, maar ik was er even niet. Het stikt er van de zaken daar, maar blijkbaar gaat iedereen vanuit Juan Carlos naar de Lidl.
Met eten en drank besluiten we eens te gaan kijken waar de boot vertrekt die we de volgende dag om elf uur willen halen. Dan kunnen we daarna rustig ergens een plekje zoeken om eventjes wat makkelijks te eten en te gaan slapen. De haven vinden we snel. Om vijf voor vijf komen we er aan en voordat we het weten worden we door de een na de ander verder en verder geloodsd en staan we op de boot! Noe, doe mij maaruhh een koffie en een thee. We gaan bij het raam zitten en na nog geen uur rijden we aan de overkant de boot weer af. We komen terecht tussen kluwen van uitgeleefde auto's die nog erg veel lawaai en stank kunnen verspreiden. We hebben geen idee welke kant we op zillen, want de route hadden we die avond, nog in Europa willen bepalen. Met het verkaar mee dan maar. Een beetje slingerend tussen de stilstaande auto's en voetgangers en fluitende politiemannen zien we dat we de grens naderen. Hanke heeft inmiddels zoveel stress dat het bloed niet meer lijkt te stromen. Haar vingers lijken bevroren terwijl het er echt niet koud is. Ik ben ook een beetje overdonderd maar heb het in ieder geval niet koud en dat zal wel te zien geweest zijn aan mijn oren want die voelen gloeiend heet.
We worden direct naar de kant gedirigeerd door een typetje zonder tanden in zijn mond maar daar zijnwe maar voorbij gereden. Zo'n karikatuur, dat kan niet goed wezen. Nadat we een man met uniform gepasserd zijn en heel dicht in de buurt van de kantoortjes en druk doende mensen zijn aangekomen gaan we het serieuzer nemen. Een gejurkte man met badge heet ons vriendelijk welkom. Een tzeede man zegt dat de eerste bertrouwbaar is. De tweede leek dat niet maar wat moet je. Je kunt niet iedereen negeren en toch de grens over willen. We besluiten om met deze aardige beleefde man verder te gaan. Met alle papieren in de hand moet i hem volgen en na vijf loketjes bezocht te hebben had ik voldoende stempels en handtekeningen en papieren en nummers dat ik verder mocht. Ik heb mijn goed gemutste vriend honderd dinges en vijf euro betaald. En nu begint het dus.. de grens over. Dat wil iedereen die alle papiertjes heeft en daarvoor is niks georganiseerd. Iedereen rijdt als in een grote trechter op nog meer mannetjes met uniformen en jurken af. Het recht van de sterkte. Ik stond vrij strategisch opgesteld en neem me voor niet het kaas van mijn brood te laten eten. Overal wordt nu getoeterd en gefloten. Men probeert me links en rechts voorbij te komen maar ik geef geen milimeter toe. Wel moet ik heel erg goed mijn speigels in de gaten houden want milimeterwerk is hier geen uitdrukking maar werkelijkheid. Eindelijk lig ik helemaal met het gezicht op de haven als ik een duwtje voel. In mijn rechter buitenspiegel zie ik iemand moeilijk een stukje acheteruit manouvreren, een witte Kangoo geloof ik. Nou ja, misschien niks aan de hand. Na nog wat steggelen en papieren uitwisselen rijden we dan echt Marokko binnen, een dag eerder dan gedacht. Met een vaartje proberen we de drukte achter ons te laten, maar we worden hinderlijk achtervolgd door een autootje met drie jonge gastjes erin. Ze toeteren naar ons en proberen ons in te halen. Dat lukt ze ook. Ik rijd ze weer voorbij en zij mij weer. Ondertussen gebaren ze druk dat we moeten stoppen en daar voel ik niks voor. Weer komt de witte Kangoo voor ons en pal voor een rotonde stoppen ze midden op de weg. We konden er niet langs. De chauffeur komt uit de auto en de twee pasagiers ook. Ik moet geld betalen omdat ik hen heb aangereden. Er zit inderdaad een diepe kras in het linker voorscherm net boven de koplamp. Een hoopje schilfers van dezelfde kleur ligt op het voetje van onze camper. Betalen. Heel vervelend natuurlijk. Maar ik geef niet toe en vertel via de tolkende vriend van de chauffeur dat ik het heel erg vervelend vind voor hem dat hij achter tegen mijn auto is aangereden en dat het jammet is dat hij daar kosten aan krijgt. Na tien minuutjes begrepen zij dat ik niet van plan was zijn ongeduld en onhandigheid te belonen door hem schadeloos te stellen. Zonder iets te zeggen stapten zij weer in de Kangoo en gingen er vandoor.
Wij hadden weer genoeg stof om over te praten en daardoor vergaten we natuurlijk de plaatsnaam die onze vriend had gegeven om naar een camping te zoeken, maar zelfs die konden we zonder veel moeite oprijden. Als de rest van de vakantie ook zo makkelijk verloopt!

Geen opmerkingen: